Alimentatie lager naarmate tijd verstrijkt
Uit een uitspraak van het gerechtshof Den Haag blijkt dat de relatie met de welstand tijdens het huwelijk ter bepaling van de financiële behoefte van partijen afneemt naarmate de tijd verstrijkt. Partneralimentatie is niet een recht waar zonder meer aanspraak op kan worden gemaakt. De rechter heeft een discretionaire bevoegdheid partneralimentatie toe te kennen. Immers, uitgangspunt is dat eenieder in zijn eigen levensonderhoud dient te voorzien.
December 2015, Den Haag. De rechter kan bij de echtscheidingsbeschikking of bij latere uitspraak aan de echtgenoot die onvoldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich deze in redelijkheid kan verwerven, op diens verzoek ten laste van de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud toekennen. De volledige uitspraak is te vinden onder het nummer ecli:nl:ghdha:2015:2744. In dit artikel treft u een korte samenvatting aan.
Huwelijksgerelateerde behoefte verbleekt
Het is aan de rechter om uitspraak te doen over wat partijen aan de rechter voorleggen.
De vrouw legt voor dat haar huwelijksgerelateerde behoefte onverminderd gelijk is gebleven. Verder bepleit de vrouw dat aangezien de man al jaren niet in haar volledige behoefte voorziet, zij met grote tekorten kampt. De vrouw heeft medische problemen gekregen waardoor zij fysiek en mentaal is teruggeworpen tot een niveau dat ertoe leidt dat de zij niet in staat is om te werken. Ook de problemen met de man rondom de betaling van de partneralimentatie veroorzaken ernstige stress bij haar. De stress en de medische problemen hebben ertoe geleid dat de zij niet langer beschikt over enige verdiencapaciteit.
De man legt voor dat er sprake is van een afnemende behoefte naarmate de jaren na de echtscheiding verstrijken. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de aanpassing van de behoefte aan de welstand na het huwelijk en anderzijds door een verder verwijderd verband met de financiële situatie ten tijde van het huwelijk. Voorts bepleit de man dat de vrouw geen onderbouwde medische redenen heeft aangedragen waaruit blijkt dat zij niet zou kunnen werken. Tevens is niet gebleken van enige inspanningen of sollicitatiepogingen om werk te vinden. De vrouw wentelt zich in haar slachtofferrol. De vrouw heeft bovendien in de vorm van voorschotten een bedrag van ruim € 300.000 ontvangen ter zake de afwikkeling van de boedelverdeling. Voor zover sprake is van financiële nood, zal dat verband houden met het uitgavenpatroon van de vrouw.
Grondslag partneralimentatie
De grondslag voor partneralimentatie is de door het huwelijk tussen echtgenoten ontstane lotsverbondenheid. Naarmate partijen langer uit elkaar zijn, heeft dit tot gevolg dat de lotsverbondenheid afneemt en dat van de onderhoudsgerechtigde verwacht mag worden dat zij zich zal inspannen om in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.
Motivatie gerechtshof verbleken huwelijksgerelateerde behoefte
Er is geen rechtsgrond aan te voeren – mede met inachtneming van de beginselen van redelijkheid en billijkheid – op grond waarvan de vrouw gedurende een periode van 12 jaar aanspraak kan maken op een alimentatie die is gebaseerd op de huwelijkse staat.
Naar maatschappelijke normen mag van de vrouw gevergd worden dat zij verantwoordelijkheid neemt om – naarmate de jaren na de echtscheiding verstrijken – te trachten in haar eigen levensonderhoud te gaan voorzien. De tendens van de afgelopen jaren is dat algemeen wordt aangenomen dat van een onderhoudsgerechtigde kan en mag worden verwacht dat deze na een scheiding zoveel mogelijk zelf in zijn levensonderhoud voorziet.
De opstelling van de vrouw waarin zij geen aantoonbare inspanningen heeft geleverd om in haar eigen levensonderhoud te gaan voorzien, acht het hof niet passend bij de eigen verantwoordelijkheid die de vrouw heeft om in haar eigen behoefte te voorzien.
Conclusie opvattingen partneralimentatie
Doordat de huwelijksgerelateerde behoefte verbleekt, kan de werkelijke duur van partneralimentatie aanmerkerlijk korter worden dan de maximale wettelijke termijn van 12 jaar partneralimentatie. Alimentatiegerechtigden kunnen daaruit leren dat het nemen van verantwoordelijkheid om te voorzien in eigen levensonderhoud inmiddels zwaarder wordt gewogen dan bij het intreden van de wet limitering partneralimentatie in 1994. Wie er niet in slaagt te voorzien in eigen levensonderhoud heeft een behoorlijke klus dit in voldoende mate aan te tonen.
Voor vragen of begeleiding bij alimentatie kunt u contact opnemen met onze praktijk.
Toevoeging per september 2016: Een vergelijkbare uitspraak is te vinden onder het nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:2294
Deel dit artikel met anderen