Van mij, van jou van ons?
De materiële kant van het eindigen van een relatie betekent dat in eerste instantie bepaald moet worden aan wie bepaalde goederen toebehoren. Daar gelden allerlei regels voor. Die regels gelden bij de beëindiging van een relatie als gevolg van een overlijden en ook als gevolg van een scheiding. In dit artikel gaan we nader op deze regels in en gebruiken we een gemakkelijk voorbeeld om het voor u goed leesbaar te houden.
Nieuw huwelijksvermogensrecht
Door de wijziging per 1 januari 2012 van het huwelijksvermogensrecht zijn nadere regels bepaald die betrekking hebben op het vaststellen van de omvang van een te verdelen gemeenschap van goederen en om te bepalen welke goederen van iemand privé zijn. Daarbij is van belang om te weten wie het vermogensbestanddeel in kwestie heeft betaald.
Als partners een wettelijke gemeenschap van goederen zijn aangegaan, valt een vermogensbestanddeel in die gemeenschap van goederen óf behoort het tot het privé vermogen van de partners. Laten we aan de hand van een voorbeeld dit eens verder verduidelijken. Jantine en John zijn gehuwd in een wettelijke gemeenschap van goederen. Jantine heeft een erfenis ontvangen van €. 15.000 groot. Bij die erfenis is bepaald dat John is uitgesloten van deze som geld. Dat maakt dat dit bedrag uitsluitend van Jantine is. Jantine heeft daarmee in ieder geval een privé vermogen van €. 15.000. Jantine en John besluiten om samen een mooi schilderij te kopen van €. 22.000. Daarvoor gebruikt Jantine het bedrag van haar erfenis en gebruiken zij van hun gezamenlijke spaarrekening €. 7.000. Van wie is nu dit schilderij vraagt Jantine zich af: “Van mij, van jou of van ons?”
Het schilderij is in ieder geval niet gedeeltelijk van Jantine en ook niet gedeeltelijk van John. In dit geval is het schilderij volledig van Jantine. Dit wordt bepaald door het artikel 95 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (1:95 BW). In dit artikel is in lid 1 bepaald dat het goed (in ons voorbeeld het schilderij) buiten de gemeenschap blijft, wanneer het voor meer dan 50% gefinancierd is met eigen vermogen. In ons voorbeeld is 15/22e deel door privé vermogen betaald en 7/22e deel door gemeenschappelijk vermogen.
Vorderingen onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht
We vervolgen ons voorbeeld en stellen vast dat de huwelijksgemeenschap heeft meebetaald aan een schilderij dat niet toe die gemeenschap behoort. Daardoor krijgt de gemeenschap een vordering op Jantine’s privé vermogen! Voor al dit soort vorderingen die zijn ontstaan vóór 01-01-2012 geldt dat de vordering gelijk blijft aan het initiële bedrag. In ons voorbeeld €. 7.000. Dit wordt een nominale vordering genoemd. Als na enkele jaren zou blijken dat het gekochte schilderij door een bekende grootmeester is geschilderd en €. 250.000 waard is, dan komt deze waardestijging volledig ten goede aan Jantine’s privé vermogen. De huwelijksgemeenschap heeft nog steeds de nominale vordering op haar van €. 7.000. Zouden Jantine en John dit schilderij op deze wijze hebben gekocht na 01-01-2012 dan profiteert ook de huwelijksgemeenschap mee van deze waardeverandering. In dit voorbeeld groeit de vordering aan van €. 7.000 naar 7/22e deel van de waarde oftewel €. 79.545,=.
Erfbelasting en nieuw huwelijksvermogensrecht
Niet alleen bij echtscheiding maar ook bij overlijden is het van belang om een goede administratie te hebben van de samenstelling van het vermogen. Zowel van het gemeenschappelijk vermogen als van het eigen vermogen. Er is dan weliswaar een nieuw huwelijksvermogensrecht maar dat betekent niet dat de problematiek die wij van oudsher tegenkomen hiermee is opgelost. Integendeel! Er zijn afhankelijk van het moment twee soorten vorderingen mogelijk.
Waar in het verleden een beroep gedaan kon worden op een papieren administratie zal dit in de toekomst gebeuren op basis van een digitale administratie. Vermogens van enige omvang doen er verstandig aan eens kritisch te kijken naar hun administratie en niet te wachten tot het moment waarop alles bepaald moet worden aan de orde is.
Deel dit artikel met anderen