Afschaffen keuzeregime aandelenopties
In het Belastingplan 2005 wordt voorgesteld de belastingheffing bij aandelenoptierechten uitsluitend nog plaats te laten vinden op het moment dat de optierechten worden uitgeoefend of vervreemd. Het zogenaamde keuzeregime in de loonbelasting wordt daarmee afgeschaft.
De mogelijkheid om (deels) onbelaste optiewinsten te realiseren wordt met deze maatregel voorkomen. Er kan namelijk geen keuze meer worden gemaakt en in alle gevallen moet er belasting betaald worden over het werkelijk gerealiseerde voordeel.
De huidige situatie waarbij de keuze nog wel bestaat betekent dat men direct bij toekenning van de opties kan afrekenen met de fiscus. Voor een at-the-money optie kunt u direct uit onderstaande tabel de forfaitaire bijtelling aflezen.
Tabel ‘At-the-money’ opties
Looptijd |
Percentage |
Looptijd |
Percentage |
1 jaar |
4% |
7 jaar |
26% |
2 jaar |
8% |
8 jaar |
29% |
3 jaar |
12% |
9 jaar |
32% |
4 jaar |
16% |
10 jaar |
35% |
5 jaar |
20% |
15 jaar |
45% |
6 jaar |
23% |
20 jaar |
50% |
Rekenvoorbeeld
Stel dat er bij een koers van € 50,00 van een aandeel van een onderneming opties worden uitgegeven tegen een uitoefenprijs van € 50,00 met een looptijd van 6 jaar, dan is de bijtelling bij het inkomen voor dit "voordeel uit dienstbetrekking" voor een pakket van 1000 opties 1000 * 50 * 23% = € 11.500. Voor deze bijtelling gelden de normale tarieven van de loonbelasting. Bij een heffing van 52% betekent dit een belastingafdracht van € 5.980.
Per saldo is het bezit in box III daarmee afgenomen met € 5.980 in contanten en is er sprake van een toename van ‘winstrechten’ ter grootte van de € 11.466 (de verwachtingswaarde op het moment van toekenning). Naarmate de tijd verstrijkt zal de waarde van het optiepakket in waarde fluctueren op basis van veranderingen van het onderliggende aandeel. Eindigt de koers van dit aandeel op de datum waarop de opties uitgeoefend kunnen worden op € 50,00 of lager, dan loopt de optie waardeloos af. Er is sprake van een verlies van € 5.980,= (de betaalde loonbelasting) vermeerderd met de rentederving hierop. In die zin is de houder van de opties een economisch risico aangegaan en heeft hij een niet fiscaal compensabel verlies geleden.
Stijgt de optie naar € 70,00 dan is er sprake van een winst ter grootte van 20*1000 minus de loonbelasting en de rentederving. Deze winst van afgerond € 13.400 is onbelast.
Wanneer nu het keuzesysteem verdwijnt, blijft het optiepakket een fiscale component die zich beperkt tot de loonbelasting. Op de datum waarop de optie wordt uitgeoefend is er sprake van een belaste winst, wanneer de koers van het aandeel is gestegen ten opzichte van de uitoefenprijs. In ons voorbeeld is er sprake van een koerswinst van € 20. In dat geval betekent dit een bijtelling van dit "voordeel uit dienstbetrekking" ter grootte van € 20.000. De netto winst bedraagt nu minimaal € 9.600.
Om te voorkomen dat er dubbele heffing ontstaat, komt er overgangsrecht voor opties die voor 1 januari 2005 onvoorwaardelijk zijn toegekend en voorwaardelijke opties die voor die datum onvoorwaardelijk zijn geworden.
Datum: September 2004
Deel dit artikel met anderen