Bent u al pensioenakkoord - deel 2.
Acht jaar na het pensioenakkoord van 2011 is er een nieuw pensioenakkoord op hoofdlijnen. Het nieuwe pensioenstelsel moet persoonlijk en transparant worden. Deelnemers krijgen meer inzicht in wat zij betalen en wat ze kunnen verwachten als ze met pensioen gaan. Tegelijkertijd wordt er geen zekerheid meer gegeven over de hoogte van het pensioen. De pensioenpremie zal meer leeftijdsgebonden zijn. Dit zijn de belangrijkste punten.
Hoogte pensioen beweegt mee met economie
De hoogte van pensioen moet sneller en makkelijker meebewegen met de economie. Nu mogen de pensioenfondsen er tien jaar over doen om hun reserves aan het vereiste minimum te laten voldoen. Pensioenfondsen moeten deze reserves of buffers hebben om aan hun toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen.
Minder strikte regels moet ervoor zorgen dat pensioenen eerder worden verhoogd als er goede rendementen worden gehaald. Vallen de rendementen slecht uit, dan wordt er juist eerder gekort.
Doordat de zekerheid over de hoogte van de pensioenen wordt losgelaten, zouden deze buffers minder hoog zijn.
Onze conclusie: U heeft een grotere eigen buffer nodig om deze schommelingen op te vangen.
AOW-leeftijd in 2024 naar 67 jaar
De leeftijd waarop de AOW aanvangt wordt tot en met 2021 bevroren op het huidige niveau van 66 jaar en vier maanden. Vervolgens stijgt de AOW-leeftijd in 2022 naar 66 jaar en zeven maanden, in 2023 naar 66 jaar en tien maanden en in 2024 naar 67 jaar. In de oude situatie stijgt de AOW-leeftijd al in 2021 naar 67 jaar.
Ook de koppeling tussen de AOW-leeftijd en de gemiddelde levensverwachting wordt minder streng. Nu moet je een jaar langer doorwerken als we gemiddeld een jaar ouder worden. Dat wordt aangepast naar acht maanden langer doorwerken.
Onze conclusie: Een verbetering ten opzichte van het akkoord van 2011.
Eerder stoppen met werken
Als je nu eerder wilt stoppen met werken, krijg je de AOW-uitkering niet eerder. Dat moet anders, vinden de partijen. Daarom kunnen werkgevers en werknemers straks samen afspreken dat de werknemer eerder stopt met werken, een klein deel van zijn pensioen naar voren haalt en de werkgever een deel salaris doorbetaalt. Deze regeling is vooral gunstig voor mensen met een laag inkomen. Vaak is dit ook de groep met zwaar werk.
Onze conclusie: Voor iedereen met een inkomen meer dan modaal blijft een financieel plan de enige manier om financiële vrijheid te bewerkstellingen. Dat vraagt minder consumeren nu ten faveure van meer financiële vrijheid straks. Een kwestie van kiezen dus.
Pensioen en verzekering voor zelfstandigen
Veel zelfstandigen bouwen nu weinig of geen pensioen op. Dat kan leiden tot een grote inkomensval. De mogelijkheden om pensioen op te bouwen zijn beperkter vergeleken met werknemers in vaste dienst die via hun werkgever zijn aangesloten bij een pensioenfonds.
Het kabinet krijgt de opdracht om het voor zelfstandigen eenvoudiger te maken zich vrijwillig bij een pensioenfonds aan te sluiten in de sector of het bedrijf waar zij voor werken. Ook voor zzp'ers die in meerdere sectoren werken, moeten er mogelijkheden komen.
Een arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt wel verplicht voor zzp'ers. De partijen willen niet dat kosten en risico's van deze grote groep onverzekerden worden afgewenteld op de samenleving. Het kabinet wil dat de sociale partners vanaf volgend jaar een oplossing hebben uitgewerkt, zonder dat het de overheid geld kost.
Onze conclusie: Voor de ZZP'er die al in staat was om geld te reserveren voor pensioen of een verzekering ontstaan er wellicht betere mogelijkheden om dit tegen een lagere premie in te kopen. Ook zij gaan er dan op vooruit.
Bent u al pensioenakkoord?
Die vraag stelden wij u ook in 2011. Wat betekenen tegenvallende beleggingsrendementen van het pensioenfonds voor u? Één ding is zeker: meer dan voorheen komt de verantwoordelijkheid voor uw inkomen na uw pensioendatum bij u te liggen.
Hoe ziet uw financieel plan eruit?
Deel dit artikel met anderen