Balkenendenorm nu wettelijk bepaald
Financiële planning is ook voor topfunctionarissen bij de overheid een belangrijk hulpmiddel bij het nemen van financiële beslissingen. Een goed financieel plan geeft inzicht en toont de ontwikkeling van het netto besteedbaar inkomen en het vermogen onder diverse omstandigheden.
Bent u topfunctionaris en werkt u bij de (semi) overheid? Dan heeft u te maken met de WNT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens). Wellicht geldt voor u ook het overgangsrecht. Kortom alle reden om ons uit te nodigen voor u een goede financiële planning uit te werken.
Van een financieel planner die lid is van de VOFP (Vereniging van Onafhankelijke Financieel Planners) mag u veel verwachten. We rekenen uw financiën ook door op basis van minder rooskleurige scenario's. U wilt immers de risico's die u loopt goed inzichtelijk krijgen. De O van onafhankelijkheid biedt u een adviseur zonder enige band met financiële instellingen. Vakkennis beheersen wij op topniveau, waardoor u optimaal profiteert van fiscale voordelen binnen het financiële plan.
U leest hierna meer over de wet WNT, die op 6 december 2011 door het parlement is aangenomen en over het overgangsrecht.
Bron: Rijksoverheid.nl
Maximale salaris
Het bedrag waaraan de topinkomens worden getoetst is het gemiddeld belastbaar jaarloon van ministers. Dit noemen we de Wopt-norm. Ten onrechte wordt in de volksmond ook wel de Balkenendenorm gebruikt. Deze term is op enig moment ontstaan, maar in de praktijk worden hieronder verschillende normen verstaan. Daarom bestaat het risico dat de term Balkenendenorm (genoemd naar Jan Peter Balkenende die van 2002 tot 2010 minister-president was) verwarring wekt en wordt deze formeel niet gebruikt. Jaarlijks wordt dit bedrag vastgesteld in een ministeriële regeling.
De eerste Wopt-norm (2010) bedroeg € 193.000. De norm geldt als openbaarmakingsnorm voor:
- publieke instellingen: ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen;
- semi-publieke instellingen: ziekenhuizen, scholen, publieke omroepen en woningbouwcorporaties. Deze instellingen worden geheel of gedeeltelijk door de overheid betaald.
Deze organisaties moeten hun topinkomens opnemen in hun financiële jaarverslag en digitaal melden aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het ministerie maakt hiervan een totaaloverzicht dat jaarlijks aan het parlement wordt aangeboden.
Normen voor salarissen topbestuurders overheid volgens wetsvoorstel WNT
Het kabinet wil dat salarissen van topbestuurders in de (semi-) publieke sector maximaal 130% van het (schaal)salaris van een minister kunnen bedragen. Het kabinet wil de bezoldiging van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector normeren. De regels moeten gaan gelden voor topfunctionarissen met een contract dat wordt getekend na de ingangsdatum van de nieuwe wet. Dit staat in de wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze wet kent 3 regimes aflopend in zwaarte. Elke (semi-)publieke sector is geplaatst in een regime. De huidige Wopt komt als zelfstandige wet te vervallen en wordt in de WNT opgenomen als regime 3, zodra de wet wordt aangenomen.
De belangrijkste regels in de nieuwe wet worden:
- Bestuurders en hoogste leidinggevenden in publieke en semipublieke instellingen als het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven en woningbouwcorporaties mogen niet meer verdienen dan 130% van het bruto salaris van een minister. Deze instellingen vallen onder regime 1.
- Bestuurders en hoogste leidinggevenden in de zorgsector mogen niet meer verdienen dat de voor die sector geldende norm. Deze norm stelt de betrokken minister vast. Zorginstellingen vallen onder regime 2.
- Voor bestuurders en hoogste leidinggevenden van zorgverzekeraars gelden geen normen. Deze instellingen vallen onder regime 3.
- Alle (semi-)publieke organisaties moeten hun gegevens over salarissen van topbestuurders die eindverantwoordelijk zijn openbaar maken.
- Bij ontslag mag in de regimes 1 en 2, een ontslaguitkering van maximaal € 75.000 worden betaald. Dat is ook vastgelegd in het regeerakkoord.
- Als organisaties zich niet houden aan de maximale salarissen, kan de overheid het teveel betaalde salaris terugvorderen.
Het wetsvoorstel is op 6 december 2011 door de Tweede Kamer aangenomen. Vanaf 1 januari 2013 moeten alle salarissen van nieuwe topfunctionarissen voldoen aan de WNT.
Overgangsrecht WNT
Vanaf 1 januari 2013 moeten alle salarissen van nieuwe topfunctionarissen voldoen aan de WNT. Voor de bestaande contracten en aanstellingen geldt een overgangsregeling. De gemaakte salarisafspraken blijven daarbij nog vier jaar gelden. Hierna wordt het salaris in drie jaar teruggebracht naar de norm.
Een verlenging, nieuwe aanstelling of overeenkomst ná 1-1-2013 moet vanzelfsprekend wél aan de WNT te voldoen. Wijzigingen in aanstellingen en overeenkomsten in de periode tussen aanvaarding van de wet in de Tweede Kamer op 6 december 2011 en inwerkingtreding van de WNT op 1 januari 2013 vallen niet onder het overgangsrecht.
Rekenvoorbeeld afbouw inkomen tot normbedrag
Als uw inkomen meer bedraagt dan het huidige normbedrag, dan krijgt u op termijn te maken met de bepalingen van het overgangsrecht tot het normbedrag is bereikt. Dat wil zeggen, de eerste vier jaar (2013, 2014, 2015, 2016) kunt u uw huidige inkomen behouden. Per 1 januari 2017 zal dit met een kwart van het verschil tussen uw inkomen en de norm worden verlaagd. Verdient u bijvoorbeeld 400.000 euro en de norm is 250.000 euro, dan zal dit in 2017 verlaagd worden tot 362.500 euro, in 2018 naar 325.000 euro, in 2019 naar 287.500 euro. Per 1 januari 2020 moet het salaris dan 250.000 zijn. Dit voorbeeld is onder de fictieve aanname dat het norminkomen over de "afbouwjaren" gelijk zal zijn.
Maximering en openbaarmaking van uw salaris als topfunctionaris is nu onderdeel van regelgeving. Voor al het overige kunt u rekenen op onze discretie en onze vertrouwelijkheid. En onze onafhankelijke adviezen .... vanzelfsprekend.
Laatste update: 2 januari 2012
Deel dit artikel met anderen